Vanwege de lange periode dat voetballers niet hebben kunnen spelen, is de regelgeving voor het aantal wisselspelers dat is toegestaan in de bekercompetitie voor een aantal categorieën aangepast voor het seizoen 2020/’21.
De regels omtrent het wisselen van spelers zijn als volgt:
- Standaardvoetbal (amateurvoetbal): 5 wisselspelers in plaats van 3 wisselspelers (3 wisselmomenten)
- Vrouwenvoetbal Eredivisie t/m 3 klasse: 5 wisselspelers in plaats van 3 wisselspelers (3 wisselmomenten)
Om te voorkomen dat het spel te vaak stilligt geldt dat er per wedstrijd ten hoogste 3 momenten zijn om deze (maximaal) 5 wissels toe te passen. Een eenmaal gewisselde speler mag niet meer aan de wedstrijd deelnemen.
- Jongens Onder 14 t/m Onder 16 divisies en Hoofdklassen: 7 wisselspelers in plaats van 5 wisselspelers (7 wisselmomenten)
Het is teams toegestaan om maximaal zeven wisselspelers op de bank te plaatsen. Er zijn voor de teams 7 wisselbewegingen toegestaan waarbij een eerder gewisselde speler ook terug mag keren in de wedstrijd. Dit betekent dat in totaal zeven keer een speler gewisseld mag worden. Dit kan dus zeven keer een nieuwe speler zijn, maar bijvoorbeeld ook vijf keer een nieuwe speler en twee keer een eerder gewisselde speler. Om te voorkomen dat het spel te vaak stilligt gelden er per team maximaal 2 wisselbeurten per helft en 1 wisselbeurt in de rust.